Geen terugwerkende kracht onbeperkte navorderingstermijn voor het successierecht

Rechtbank Noord-Holland heeft op 18 juni 2015 duidelijk beslist dat het vervallen van de navorderingstermijn van 12 jaar ingeval van buitenlandse bestanddelen/rekeningen voor het successie-erfrecht, waardoor er onbeperkt successierecht kon worden nagevorderd, geen terugwerkende kracht heeft.

In de berechte zaak was de erflater in september 1981 overleden. In 1982 werd de aangifte successierecht ingediend. In deze aangifte verzwegen de erfgenamen het buitenlandse vermogen van de erflater. Pas eind 2011 maakten de erfgenamen hiervan melding bij de Belastingdienst. De inspecteur legde de erfgenamen vervolgens navorderingsaanslagen successierecht op. De erfgenamen protesteerden hiertegen, omdat naar hun oordeel navordering niet mogelijk was als gevolg van verloop van de 12-jaarstermijn. De inspecteur beriep zich op een wetswijziging, op grond waarvan zijns inziens met ingang van 1 januari 2012 navordering in zo’n geval, dus ook in gevallen van vóór de wetswijziging, onbeperkt mogelijk was.

De rechtbank was het eens met de erfgenamen en oordeelde dat met de letterlijke tekst van het relevante wetsartikel (artikel 66, eerste lid SW1956) de onbeperkte navorderingstermijn alleen gold voor zover de navorderingsbevoegdheid nog bestond op 1 januari 2012. De wetswijziging had dus volgens de Rechtbank geen terugwerkende kracht. Ook uit de parlementaire geschiedenis volgde volgens de Rechtbank niet dat de invoering van de onbeperkte navorderingstermijn terugwerkende kracht had. De Rechtbank oordeelde dan ook dat de navordering niet mogelijk was, wegens het verstrijken van de 12 jaar en vernietigde de navorderingsaanslag. Een interessante uitspraak.

Door: Klaus Vink