Rente betaald op renteswaps toch niet aftrekbaar als eigenwoningschuld

X heeft twee hypothecaire leningen met een variabele rente bij een bank afgesloten ter (her)financiering van zijn eigen woning. Om het risico van rentestijging af te dekken heeft hij ook twee renteswaps bij de bank afgesloten. X heeft in verband daarmee in 2009, 2010 en 2011 respectevielijk € 110.312, € 166.1925 en € 140.690 aan (rente)vergoeding betaald.

In geschil is of deze kosten als aftrekbare eigenwoningrente zijn aan te merken naast de afgetrokken hypotheekrente.

Volgens Hof Den Haag moeten de leningen en de renteswaps in onderling verband en samenhang worden bezien en waren bovengenoemde kosten als aftrekbare eigenwoningrente aftrekbaar. Dit strookte volgens het Hof ook met de bedoeling van partijen en de wijze waarop zij feitelijk uitvoering hadden gegeven aan het geheel. De Staatssecretaris was het daar niet mee eens en ging in cassatie.

De Hoge Raad heeft nu geoordeeld in een arrest van 14 juli 2017 dat de betaalde vergoeding voor de renteswaps geen rente van geldlening is en ook niet onder het begrip kosten van geldleningen valt. Onder rente van een schuld kan namelijk volgens de Hoge Raad uitsluitend worden verstaan hetgeen tussen de geldgever en geldnemer is overeengekomen als vergoeding voor het gedurende de looptijd van de geldlening ter beschikking stellen van een hoofdsom (zie ook HR 16 februari 2000, nr. 33795). Kosten van geldleningen zijn dus kosten die rechtstreeks voortvloeien uit het opnemen, verlengen of aflossen van de eigenwoningschuld (zie ook HR 23 september 2016, nr. 16/00934). Daartoe behoren onder andere volgens de Hoge Raad taxatiekosten, afsluitprovisies en de kosten  van de hypotheekakte.

Het feit dat er een samenhang bestaat tussen een lening en de renteswaps is echter volgens de Hoge Raad onvoldoende om deze voor art. artikel 3.120, lid 1, aanhef en letter a, Wet IB 2001 als één geheel te beschouwen. Het beroep van de Staatssecretaris is dus volgens de Hoge Raad gegrond.

Met dit arrest heeft de Hoge Raad dus niet het advies van de Advocaat-Generaal op dit punt opgevolgd en de kwestie dus in andere zin beslist.

Voor nadere informatie kunt u terecht bij ondergetekende dan wel mr. S. Vink, eveneens advocaat-belastingkundige.

Door: Klaus Vink