Nieuwsdetail Vink & Partners
VAR-verklaring (deel 4)
In ons nieuwsbericht van 3 november 2015 informeerden wij u over het wetsvoorstel deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) dat momenteel bij de Eerste Kamer ligt. Met dit voorstel wordt de huidige Verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. Het voorstel houdt - kort gezegd - in dat de VAR-systematiek vervangen wordt door (model)contracten die door de Belastingdienst zijn goedgekeurd. Het systeem van de modelovereenkomsten verschaft de opdrachtgever in beginsel nog geen vrijwaring jegens de belastingdienst; hiertoe dient de praktijk (uitvoering van de opdracht) overeen te stemmen met de inhoud van de overeenkomst. Indien de belastingdienst constateert dat dit laatste niet het geval is, dan kan zij zowel jegens opdrachtgever als opdrachtnemer handhavend optreden.
Op 21 oktober 2015 heeft de staatssecretaris van Financiën de Eerste Kamer verzocht de behandeling van het voorstel enige tijd aan te houden. Deze - plenaire - behandeling vond uiteindelijk plaats op 26 januari 2016. Tijdens de behandeling is de motie-Rinnooy Kan c.s. ingediend (EK 34.036, L). In deze motie wordt verzocht om aanhouding van de behandeling van het wetsvoorstel totdat er een alternatief is voor de voorgestelde afschaffing van de VAR-verklaring, omdat het - kort samengevat - onvoldoende aannemelijk is dat het alternatief voor de voorgestelde afschaffing van de VAR-verklaring een substantiële verbetering zal betekenen voor het daadwerkelijk tegengaan van schijnzelfstandigheid. De stemmingen over het wetsvoorstel en de motie vinden plaats op 2 februari 2016.
Tijdens de plenaire behandeling bleek dat, zo het zich laat aanzien, een meerderheid van de Eerste Kamer het voorstel zal steunen. Om op voldoende steun te kunnen rekenen, zal de staatssecretaris wel een overgangstermijn in het voorstel moeten opnemen. Daar waar de staatssecretaris de VAR per 1 april 2016 wilde afschaffen en conform het in het nieuwsbericht van 26 november 2015 besproken transitieplan een implementatietermijn tot 1 januari 2017 voorstelde (inhoudend dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot 1 januari 2017 de tijd zouden hebben om zo nodig hun werkwijze aan te passen aan een werkwijze die is voorzien in een voorbeeld- of modelovereenkomst, in welke periode de Belastingdienst wel toezicht zou houden, maar nog geen repressieve handhavingsmaatregelen zou nemen) zou nu sprake worden van het vervallen van de VAR per 1 mei 2016 en een overgangstermijn tot 1 mei 2017. In deze overgangsperiode kunnen dan niet alleen opdrachtgevers en opdrachtnemers hun werkwijze aanpassen, maar de staatssecretaris zal deze periode ook benutten om de (model)overeenkomsten van de Belastingdienst te laten toetsen door deskundigen op het gebied van arbeidsrecht, teneinde te bewerkstelligen dat de Belastingdienst geen fiscale zelfstandigheid toekent aan overeenkomsten die arbeidsrechtelijk als werknemersrelatie kwalificeren.
Kort en goed, ook als het voorstel wordt aangenomen, zal - zeker - gedurende de overgangstermijn op veel punten nog duidelijkheid moeten komen. De advocaten van Vink & Partners blijven alle ontwikkelingen volgen. Indien u dan ook vragen heeft over een (op te stellen) overeenkomst van opdracht, de kwalificatie van een (bestaande) overeenkomst danwel anderszins, kunt u vanzelfsprekend altijd contact opnemen met een van de advocaten van Vink & Partners.