Afzien van bezwaar en beroep in een vaststellingsovereenkomst

Het afzien van bezwaar en beroep in een vaststellingsovereenkomst houdt ook in dat is afgezien van bezwaar en beroep op basis van het zogenaamde voortvarendheidsvereiste.

Belanghebbende is in 2014 ingekeerd ter zake van twee Zwitserse bankrekeningen die hij niet in zijn aangifte had aangegeven. De zaak wordt uiteindelijk geregeld. Partijen hebben daartoe een vaststellingsovereenkomst (VSO) gesloten, die op 26 maart 2014 is ondertekend. De navorderingsaanslag wordt echter pas opgelegd met dagtekening 21 januari 2015.

Belanghebbende stelt in een procedure bij de Rechtbank Noord-Holland dat de inspecteur onvoldoende voortvarend is geweest bij het opleggen van de navorderingsaanslag. Dat zou naar het oordeel van belanghebbende betekenen dat de opgelegde aanslag vernietigd zou moeten worden.

De rechtbank is het daar niet mee eens en oordeelt dat belanghebbende akkoord is gegaan met de clausule in de VSO dat hij afziet van bezwaar en beroep tegen de op te leggen navorderingsaanslag. Volgens de rechtbank betekent dit dat hij ook heeft afgezien van bezwaar en beroep voor wat betreft de voortvarendheidseis.

Bij vragen naar aanleiding van bovenstaand artikel kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met ondergetekende.

Door: Klaus Vink