Cartier ketting voor een schijntje: duur foutje van de Bijenkorf of toch niet?

Cartier ketting voor een schijntje: duur foutje van de Bijenkorf of toch niet?

In een geval dat voorlag bij de Rechtbank Amsterdam was het de vraag of er sprake was van een koopovereenkomst. Wat was er aan de hand?

Iemand had via de website van de Bijenkorf een gouden ketting gekocht. Het betrof een ketting van een merk in het hogere segment (Cartier), die op de website van de Bijenkorf werd aangeboden voor het bedrag van EUR 402,-. De ketting werd besteld en vervolgens werd deze opgehaald en meegegeven. Snel daarna kwam de Bijenkorf er achter dat een (grote) fout was gemaakt: de prijs had namelijk eigenlijk liefst het honderdvoudige moeten zijn, te weten EUR 40.200,-. Een erg dure fout.

De Bijenkorf probeerde vervolgens de ketting terug te krijgen van de betreffende koopster. Dat lukte echter niet. Vervolgens werd de zaak voorgelegd aan de rechter. In die procedure maakte de Bijenkorf aanspraak op teruggave of op schadevergoeding welke werd begroot op de werkelijke prijs van de ketting van EUR 40.200,-.

De Bijenkorf stelde zich op het standpunt dat geen sprake was geweest van het tot stand komen van een koopovereenkomst. En de koopster kon zich volgens de Bijenkorf ook niet beroepen op gerechtvaardigd vertrouwen aan haar kant, inhoudende dat – anders dan de wil van de Bijenkorf – wel degelijk een koopovereenkomst tot stand was gekomen.

Het recht schrijft voor dat een overeenkomst (w.o. een koopovereenkomst) tot stand komt als gevolg van wilsovereenstemming bij beide partijen (dat wil in dit geval zeggen: aan de kant van verkoper én aan de kant van koper). Indien er geen wilsovereenstemming is, komt géén overeenkomst tot stand.  Dit laatste lijdt uitzondering, indien één partij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de andere partij wel degelijk de wil had om een overeenkomst te sluiten. Anders gezegd: het ontbreken van de wil tot het sluiten van de overeenkomst bij de ene partij, wordt geheeld doordat de andere partij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat deze wil er toch wel was. Dit betreft in het recht de zgn. wilsvertrouwensleer.

De rechter kwam tot het oordeel dat geen sprake was van een koopovereenkomst en dat de koopster evenmin gerechtvaardigd mocht vertrouwen dat dit wel het geval was. De rechter oordeelde dat indien de koopster voldoende onderzoek naar de specificatie behorende bij de ketting had gedaan, zij aan de prijs had moeten twijfelen: ‘‘Een gemiddeld geïnformeerd consument had namelijk geweten dat een sieraad van 19 karaat witgoud met 1,23 karaat diamanten een aanzienlijk hogere waarde vertegenwoordigt dan het bedrag waarvoor de ketting te koop werd aangeboden.’’ Verder overwoog de rechter dat ook bij het zien dat de ketting opgehaald moest worden in de winkel het vermoeden kon rijzen dat het niet om zomaar een ketting ging. Op de website van de Bijenkorf stond namelijk vermeld ‘‘voor 22:00 uur besteld, morgen gratis in huis.’’ Bij deze ketting stond dit echter niet vermeld, maar stond vermeld dat deze opgehaald moest worden in het Cartier Boutique filiaal in Amsterdam. Voorts was op de website van de Bijenkorf ook niet vermeld dat het ging om een (stunt)aanbieding, waardoor er geen aanleiding was tot twijfel over de juistheid van de prijs.

De rechter kwam dan ook tot de conclusie dat geen sprake was van gerechtvaardigd vertrouwen, waardoor er door het ontbreken van de wil aan de zijde van de Bijenkorf geen koopovereenkomst tot stand is gekomen: de ketting moet worden teruggegeven dan wel dient aan Bijenkorf de werkelijke koopprijs vergoed te worden. De koopster stelde zich overigens nog op het standpunt dat de ketting inmiddels was weggegeven c.q. was kwijtgeraakt.  De rechter ging hier echter aan voorbij.

In dit geval lijkt duidelijk dat er iets niet in de haak was en het dus nooit de bedoeling geweest kon zijn van de Bijenkorf om de waardevolle ketting tegen een prijs van EUR 402,- aan te willen bieden. Dat had de koopster ook wel kunnen bevroeden, waardoor de uitspraak van de rechter dat geen sprake was van een koopovereenkomst c.q. daarop niet gerechtvaardigd vertrouwd mocht worden, geen verwondering zal wekken. In gevallen waarbij een klein prijsverschil bestaat tussen de gewilde prijs en de abusievelijk gehanteerde prijs zal dit echter heel goed anders kunnen liggen.

Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u contact opnemen met mr. P. Contreras, advocaat, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax.