Claim van Nederlandse Staat op adviseur die voor cliënten valse aangiften had ingediend is afgewezen

Adviseur X was strafrechtelijk veroordeeld, omdat hij voor derden onjuiste aangiften inkomstenbelasting had ingediend. De Staat diende dan ook al deze aangiften te corrigeren. Zij meende dat zij de daarmee gemoeide kosten op de adviseur kon verhalen en legde bij X een claim wegens onrechtmatige daad neer.

De civiele kamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde op 23 oktober 2018 dat het verhalen van kosten door de Staat in een civielrechtelijke procedure mogelijk was, tenzij dit een onaanvaardbare doorkruising opleverde van de publiekrechtelijke regeling zoals bedoeld en opgenomen in de AWR. De bevoegdheid van de Belastingdienst betrof volgens het Hof het vaststellen van juiste belastingaanslagen en volgens het Hof was hiermee een algemeen belang gemoeid. Als gevolg daarvan kon volgens het Hof de daarmee gemoeide kosten in beginsel niet op X worden verhaald. Daarbij speelde ook een rol dat de AWR geen afwijking van deze regeling kende. De AWR voorzag ook niet in de mogelijkheid om kosten te verhalen, die de Belastingdienst moet maken wegens het herstel van een onjuist ingediende aangiften. Dergelijke correcties behoren volgens het Hof immers tot de kerntaken van de Belastingdienst. De ingestelde claim van de Staat tegen de veroordeelde adviseur werd als gevolg daarvan door het Hof afgewezen.

Tot nadere informatie zijn mr. N.B.M. Vink en mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners, gaarne bereid.