Nieuwsdetail Vink & Partners
Enige voorgestelde fiscale maatregelen vanaf 2018
Het demissionaire kabinet heeft op 19 september 2017 in het Belastingplan een aantal fiscale maatregelen voorgesteld. Daarnaast heeft het nieuwe kabinet in het regeerakkoord van 10 oktober 2017 vele wijzigingen voorgesteld. Hieronder treft u enige voorgestelde fiscale maatregelen vanaf 2018 aan.
I. Inkomstenbelasting
- Invoering tweeschijven-tarief in box 1: met ingang van 2019 moeten twee schijven gaan gelden in box 1. Eén met een basistarief van 36,93% voor inkomen tot en met € 68.000 en één met een toptarief van 49,5%.
- Tarief box 2: het tarief in box 2 wordt in verband met de verlaging van het Vpb-tarief (zie hieronder) in stappen verhoogd van 25% naar 28,5% in 2021.
- Forfaitair rendement in box 3: per 1 januari 2018 wordt het forfaitaire rendement in box 3 iets verlaagd en dus ook de uit hoofde van deze box te heffen belasting. Het belastingtarief blijft hetzelfde, te weten 30%.
Schijf Box 3-vermogen Forfaitair rendement Effectief rendement Forfaitair rendement 2017
1e 25.000 < 100.000 2,65% 0,794% 2.87%
2e 100.000 < 1 mio. 4,52% 1,357% 4,60%
3e ≥ 1 mio. 5,38% 1,614% 5,35%
De hierboven genoemde schijven gelden per belastingplichtige. Elke belastingplichtige heeft echter een vrijstelling van € 25.000,- (zie hierna), dat wil zeggen dat in geval van een fiscaal partner de totale vrijstelling € 50.000,- bedraagt. Het is daarom voordelig om de box 3 grondslag te verdelen over beide partners wanneer de gezamenlijke grondslag hoger is dan € 150.000,-.
Bij de vaststelling van de forfaitaire rendementen is uitgegaan van de gedachte dat er in de 1e schijf 67% gespaard wordt en 33% belegd wordt, dat er in de 2e schijf 21% gespaard wordt en 79% belegd wordt en dat er in de 3e schijf 0% gespaard wordt en 100% belegd wordt. Bij de bepaling van het tarief is er daarbij van uitgegaan dat met een groter vermogen eerder belegd wordt en een hoger rendement kan worden gemaakt dan er met sparen kan worden gemaakt. Uit het regeerakoord volgt dat voor het forfaitaire rendement in box 3 sneller wordt aangesloten op het werkelijke rendement van spaartegoeden en het heffingsvrije vermogen wordt verhoogd van € 25.000 naar € 30.000 (€ 60.000 voor fiscale partners). Verder volgt uit het regeerakkoord dat het kabinet in de komende periode over wil gaan naar Box 3-heffing op basis van werkelijk rendement.
- Forfaitair rendement in een vrijgestelde beleggingsinstelling: het forfaitaire rendement in een vrijgestelde beleggingsinstelling bedraagt voor het jaar 2018 5,38% belast tegen 25% in box 2.
- Beperking hypotheekrenteaftrek: de al in 2014 fasegewijs ingezette verlaging van de maximale hypotheekrenteaftrek heeft tot gevolg dat de maximale aftrek in 2018 in de hoogste schijf nog maar 49,5% bedraagt, terwijl het eigenwoningforfait wel in de hoogste schijf belast wordt tegen 52%. De hypotheekrenteaftrek wordt hierdoor nadeliger gemaakt. Dat is ook de bedoeling, omdat men uiteindelijk af wil van de hypotheekrenteaftrek. Zo is de bedoeling om vanaf 2020 de aftrek in jaarlijkse stappen van 3% te verlagen naar bovengenoemd basistarief van 36,93%.
- Eigenwoningforfait: ter compensatie van het nadeel zal het eigenwoningforfait met ingang van 2020 met 0,15% verlaagd worden. De regeling ‘geen of beperkte eigenwoningschuld’ (Wet Hillen) wordt in 30 jaar gefaseerd afgebouwd.
- Monumentenaftrek: de monumentenaftrek voor onderhoudskosten blijft in 2018 -ondanks aankondigingen dat deze in 2018 wordt afgeschaft- gehandhaafd. De intentie is nu om deze per 2019 af te schaffen.
- Scholingsaftrek: de aftrek voor schooluitgaven blijft ook nog in 2018 gehandhaafd, maar de intentie is wel om deze in 2019 af te schaffen. Uit het regeerakkoord volgt dat de scholingsaftrek wordt vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben behaald.
- Aftrekposten naar het basistarief: in 2020 wordt het aftrektarief van alle aftrekposten gelijkgetrokken met het aftrektarief van de hypotheekrente. Het aftrektarief komt in 20121 op 43% uit en wordt in vier jaar met 3% per jaar verlaagd naar het basistarief.
II. Vennootschapsbelasting
- Tarief: voor de eerste schijf bedraagt het tarief 20% en over het meerdere bedraagt het tarief 25%. Het Vpb-tarief wordt stapsgewijs verlaagd van 25% naar uiteindelijk 21% in 2021. Het lage tarief gaat met dezelfde stappen omlaag van 20% naar 16% in 2021.
- Afschaffing dividendbelasting / invoering bronbelasting op rente en royalties en dividendbelasting: de dividendbelasting wordt naar verwacht per 1 januari 2019 afgeschaft. Er komt een bronbelasting op rente en royalties op betalingen naar landen met zeer lage belastingen. Deze wordt ingevoerd om brievenbusconstructies via Nederland tegen te gaan.
- Pensioen in eigen beheer: in 2017 is het mogelijk voor een directeur-grootaandeelhouder om zijn in eigen beheer opgebouwde pensioen af te kopen tegen een korting van 34,5%. In 2018 en 2019 kan ook nog worden afgekocht, zij het dat dan de korting lager is. Verwezen wordt naar de artikelen over deze kwestie op onze website.
- Beperking van de voorwaartse verlieverrekening: de carry forward van verliezen wordt voor de vennootschapsbelasting beperkt van 9 tot 6 jaar.
- Direct beleggen in vastgoed door beleggingsinstellingen niet meer toegestaan: door het afschaffen van de dividendbelasting is het niet meer toegestaan om direct door beleggingsinstellingen te beleggen in vastgoed.
III. Algemeen
- Afschaffing inkeerregeling: per 1 januari 2018 wordt de bestaande inkeerregeling afgeschaft. Dit betekent dat er vanaf die datum altijd een boete volgt bij het opzettelijk te weinig afdragen van belasting. Met ingang van deze datum wordt derhalve, indien er niet strafrechtelijk wordt vervolgd, altijd een vergrijpboete van maximaal 300% gehanteerd. Vrijwillige inkeer leidt echter nog wel tot een boetematiging.
- Giften aan een culturele instelling: het voorstel is om de verhoogde giftenaftrek aan culturele instellingen met 1 jaar te verlengen. Voorwaarde is wel dat één en ander mag van de Europese Commissie. De verhoging zou namelijk weleens gezien kunnen worden als verkapte staatssteun.
- Verhoging lage BTW-tarief: het lage btw-tarief van 6% wordt verhoogd naar 9%.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met ondergetekende dan wel met mr. S. Vink, eveneens advocaat-belastingkundige.
Door: Klaus Vink