Hoe lang kan er nagevorderd worden over zwart in Nederland behaalde omzet, gestort op een verzwegen buitenlandse rekening?

De Hoge Raad heeft op 16 maart 2018 meer duidelijkheid over toepassing van de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar ter zake van in het buitenland gehouden vermogensbestanddelen gegeven en heeft daarmee ook ons standpunt op dit punt bevestigd. Het betrof een geval waarin zwarte omzet behaald met een Nederlandse ijssalon op een Luxemburgse bankrekening was gezet. De Hoge Raad bevestigt dat de verlengde navorderingstermijn enkel geldt voor in het buitenland gehouden vermogensbestanddelen en in het buitenland opgekomen vermogensbestanddelen. De verlengde navorderingstermijn van 12 jaar is dus niet ook van toepassing op andere bestanddelen van dat vermogen of dat inkomen. Per bestanddeel moet daarom beoordeeld worden of een en ander in het buitenland is gehouden, dan wel in het buitenland is opgekomen. De verlengde navorderingstermijn kan daardoor – aldus de Hoge Raad – niet toegepast worden op in Nederland verzwegen inkomsten bijvoorbeeld inkomsten behaald uit arbeid, dan wel uit onderneming die daarna op een buitenlandse bankrekening zijn gestort. Voor deze inkomsten geldt – aldus de Hoge Raad – een verjaringstermijn van 5 jaar.  De Hoge Raad verklaart als gevolg daarvan het cassatieberoep van de Staatssecretaris ongegrond. Over het al dan niet van toepassing zijn van de verlengde navorderingstermijn in deze gevallen hebben wij ook melding gemaakt in ons nieuwsbericht van 11 december 2017.

Tot nadere informatie zijn mr. N.B.M. Vink en mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners, gaarne bereid.