Nieuwsdetail Vink & Partners
Woonplaats belanghebbende is toch Nederland
Waar iemand woont, wordt ingevolge artikel 4 Algemene Wet inzake Rijksbelasting (AWR) naar de omstandigheden beoordeeld. Het uitgangspunt is dat een persoon zijn woonplaats geacht wordt te hebben in Nederland indien deze persoon daarmee een duurzame betrekking van persoonlijke aard heeft. Voor het hebben van een woonplaats in Nederland is niet noodzakelijk dat het middelpunt van iemands maatschappelijk leven zich in Nederland bevindt, volgens de jurisprudentie van Hoge Raad, in casu een arrest van de Hoge Raad van 4 maart 2011, nummer 11/04026 en een arrest van Hoge Raad van 12 april 2013, nummer 12/02980.
De Rechtbank in deze zaak komt dan ook tot de conclusie dat belanghebbende in de jaren 2008 t/m 2011 een duurzame betrekking van persoonlijke aard met Nederland heeft en wel op grond van de volgende omstandigheden:
- Hij hield in Nederland verschillende bankrekeningen aan waarvan regelmatig betalingen werden gedaan voor zaken of diensten in Nederland;
- hij is verzekerd bij een Nederlandse ziektekostenverzekeraar;
- hij had zijn ex-echtgenote geholpen toen zij ziek was;
- hij had telefoonabonnementen afgesloten bij twee Nederlandse maatschappijen;
- in Nederland had hij een huis- en tandarts bezocht;
- hij had Nederlandse voetbalwedstrijden bezocht;
- hij had op Facebook geschreven dat de plaats waar hij in Nederland verbleef zijn favoriete plaats was; en
- zijn post was geadresseerd aan zijn Nederlandse adres.
Het feit dat hij grote delen van het jaar in Zwitserland en in Engeland verbleef – dat laatste omdat hij na zijn scheiding vanaf 1996 een relatie onderhield met een in Engeland wonend persoon – werd derhalve door de Rechtbank minder doorslaggevend geoordeeld.
Bijzonder, ja zelfs merkwaardig in dit geval is dat X geacht werd in Nederland te wonen, maar dat dezelfde Rechtbank oordeelde dat de vennootschap, die was opgericht naar het recht van Gibraltar, en waarvan belanghebbende de Ultimate Beneficial Owner (UBO) was, niet in Nederland was gevestigd, omdat belanghebbende als bestuurder van de vennootschap, volgens de Rechtbank niet de leiding van deze vennootschap in Nederland had uitgeoefend. Normaliter is dit niet het geval en wordt de vennootschap feitelijk geacht te zijn gevestigd waar de directeur/aandeelhouder geacht wordt te wonen.
Voor nadere informatie naar aanleiding van het bovenstaande kunt u terecht bij ondergetekende dan wel mr. S. Vink, eveneens advocaat-belastingkundige.
Door: Klaus Vink