AOW-beleid in door Israël bezet gebied

Op 8 december 2015 heeft de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Jetta Klijnsma, in een brief aan de Tweede Kamer het beleid ten aanzien van de AOW in door Israël bezet gebied geschetst.

De Staatssecretaris stelt dat op basis van internationaal recht Israël als bezettende mogendheid geen soevereiniteit heeft over de gebieden die het bezet. Derhalve heeft Israël geen bevoegdheid tot het aangaan van verdragsverplichtingen voor de bezette gebieden.

Naar aanleiding van de omstandigheden van een AOW-gerechtigde die begin 2015 is verhuisd naar door Israël bezet gebied, is volgens de Staatssecretaris geconstateerd dat tot dusverre onvoldoende helder is geweest welke gevolgen wonen in door Israël bezet gebied heeft voor de hoogte van de AOW-uitkering van alleenstaande AOW-gerechtigden. Dit heeft tot de volgende besluiten geleid:

  1. Iedereen die op 31 december 2015 woont in door Israël bezet gebied en een AOW-uitkering voor alleenstaanden ontvangt ter hoogte van maximaal 70% van het netto-minimumloon, mag deze houden.
  2. Vanaf 1 januari 2016 zal de AOW-uitkering van personen die voor het eerst als alleenstaande in door Israël bezet gebied een AOW-uitkering krijgen, ter hoogte van de gehuwdennorm (50% van het netto-minimumloon) worden gesteld. Hierbij kunnen drie situaties worden onderscheiden: wonen in door Israël bezet gebied en bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, wonen in door Israël bezet gebied en alleenstaand worden of een AOW-uitkering ontvangen en verhuizen naar door Israël bezet gebied. 

Voor schrijnende gevallen wordt een uitzondering gemaakt op het onder punt 2 beschreven besluit dat per 1 januari 2016 is ingegaan. Schrijnende gevallen worden gedefinieerd als AOW-gerechtigden die tevens verzetsdeelnemer 1940-1945, vervolgingsslachtoffer 1940-1945 of burgeroorlogsslachtoffer 1940-1945 zijn.

Omdat het belastingverdrag Nederland-Israël niet van toepassing is op inwoners van door Israël bezet gebied moet in Nederland belasting worden betaald over de Nederlandse uitkeringen. Tot nu toe heeft de SVB dat echter niet gedaan. De loonheffing moet evenwel alsnog worden afgedragen. Voor iedereen die op 31 december 2015 in door Israël bezet gebied woont en een Nederlandse uitkering ontvangt, zal het over het verleden verschuldigde bedrag aan loonheffing door de SVB door middel van een eindheffing afgedragen worden. Deze belasting komt voor rekening van de inhoudingsplichtige, de SVB dus. Daarnaast zal de SVB ook voor de toekomst voor deze personen de verschuldigde belasting betalen, zolang zij woonachtig blijven in door Israël bezet gebied.

Voor nieuwe gevallen vanaf 1 januari 2016 zal de SVB de loonheffing inhouden over de uitkering.

Voor meer informatie omtrent dit onderwerp kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met een van de advocaat-belastingkundigen of belastingadviseurs van Vink & Partners Legal and Tax.