Bestuurder aansprakelijk voor onbetaalde belastingschulden

Bestuurder van naar Israël verplaatste vennootschap is volgens de A-G terecht aansprakelijk gesteld voor onbetaalde belastingschulden

Advocaat-Generaal (“AG”) IJzerman heeft een conclusie genomen waarin hij oordeelt dat de inspecteur de in Israël wonende bestuurder (“X”) van de Nederlandse B.V. (“BV”) terecht aansprakelijk heeft gesteld voor de onbetaalde belastingschulden van de BV, nadat deze door het bestuur naar Israël was verplaatst.

X is per 14 januari 2000 bestuurder geworden van de BV. De aandeelhouder van de BV is een Israëlische Limited. In 1999 – 2002 werd het grootste deel van de bezittingen van de BV verkocht en werden leningen door de BV aan de Israëlische Limited verstrekt. Eind 2000 ging het zelfs om een leningsbedrag van ruim € 50 miljoen. X is nog maar net bestuurder van de Nederlandse BV en er wordt besloten om de zetel van de Nederlandse BV te verplaatsen naar Israël.

De BV ontvangt grote Vpb-aanslagen over de periode 1999 tot en met 2002, welke zij daarna onbetaald laat. De inspecteur laat het hier niet bij zitten en stelt X privé aansprakelijk op grond van artikel 41 Invorderingswet voor het onbetaald laten van deze belastingschulden. Rechtbank Noord-Holland was het eens met de inspecteur, omdat X een van de met de verplaatsing van de BV naar Israël belaste personen was. Het Hof Amsterdam bevestigt het oordeel van de rechtbank, omdat X als (volledig) bevoegd bestuurder van de BV (mede) verantwoordelijk was voor de zetelverplaatsing.

X gaat in cassatie en gelet op de genomen hierboven genoemde conclusie van de AG ziet het er voor hem niet gunstig uit.

Door: Klaus Vink