Nieuwsdetail Vink & Partners
De eerste informatieverstrekking door de Zwitserse fiscus aan Nederland is een feit
Eind september berichtten wij al dat de Nederlandse Belastingdienst ergens in juli 2015 een verzoek tot uitwisseling van inlichtingen heeft ingediend bij de Zwitserse federale belastingdienst (hierna: FTA). Bij het verzoek ging het om een zogenoemd ‘groepsverzoek’ voor rekeninghouders (zowel ‘zwartspaarders’ als rekeninghouders die het buitenlandse vermogen hebben aangegeven in hun Nederlandse aangifte inkomstenbelasting) met een spaartegoed van €1.500 of meer, in de periode 1 februari 2013 (tot 1 februari 2013 kon vanuit het buitenland alleen navraag worden gedaan in Zwitserland naar individuen) tot 31 december 2014.
Naar aanleiding van het groepsverzoek heeft de FTA via de UBS de betreffende rekeninghouders — ook de rekeninghouders die inmiddels hun rekening hebben leeggehaald — gevraagd zich te melden, hun woonadres in Zwitserland door te geven of aan te geven wie haar of hem in Zwitserland vertegenwoordigt. Vervolgens heeft de FTA de betreffende Nederlanders gewezen op de mogelijkheid om binnen twintig dagen na 22 september 2015 (dit is de dag waarop de FTA haar actie bekendmaakte in het publicatieblad van het Zwitserse Bundesamt) bezwaar te maken tegen het voornemen om de verzochte inlichtingen te verstrekken.
Inmiddels heeft de FTA de bankgegevens van ongeveer honderd Nederlanders aan de Nederlandse Belastingdienst overgedragen. Het betreft personen die:
- geen gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de (voorgenomen) uitwisseling van inlichtingen; en
- bij UBS hebben aangegeven dat zij het Zwitserse vermogen hebben aangegeven in hun Nederlandse aangifte inkomstenbelasting maar dat bij de UBS verder niet overtuigend hebben aangetoond.
De inlichtingen die verstrekt zijn, betreffen dus niet per se zwartspaarders. De Nederlandse Belastingdienst heeft aangegeven te zullen gaan onderzoeken of de ontvangen inlichtingen rekeninghouders betreffen die al aangifte hebben gedaan van hun Zwitserse vermogen.
Ondanks dat er nog geen rechterlijke uitspraak is gedaan omtrent de vraag of het groepsverzoek kwalificeert als een voldoende gedetailleerd omschreven verzoek, in welke geval de uitwisseling van inlichtingen toegestaan/rechtmatig is, of als ‘fishing expedition’, in welk geval de uitwisseling niet toegestaan/onrechtmatig is, is het begin van de uitwisseling van inlichtingen door de FTA thans wel degelijk een feit. De vraag of eveneens aan mogelijke toekomstige verzoeken betreffende rekeninghouders bij andere banken zal worden voldaan, lijkt, nu het aloude bankgeheim inmiddels geen beletsel meer vormt, bevestigend te moeten worden beantwoord. Het lijkt dus slechts een kwestie van tijd alvorens de FTA meer gegevens betreffende Nederlanders met Zwitserse bankrekeningen zal gaan verstrekken aan de Nederlandse Belastingdienst.
Wij benadrukken dan ook dat de gevolgen zeer nadelig kunnen zijn, indien blijkt dat geen of een onjuiste aangifte is gedaan van buitenlands vermogen. Naast een navorderingsaanslag om de niet/te weinig geheven belasting alsnog te heffen, zal de Belastingdienst in beginsel ook een vergrijpboete opleggen die kan oplopen tot 300% van het verschuldigde bedrag.
Voor meer informatie inzake de mogelijkheid om de voornoemde nadelige gevolgen – mits tijdig wordt gehandeld – te beperken, verwijzen wij graag naar de inkeerprocedure.