De fiscale behandeling van swaprente en het swapcontract in de IB

Ophef over overeenkomsten voor financiële derivaten is al enige tijd actueel. Zo bevestigde Gerechtshof Amsterdam eind vorig jaar vanwege dwaling de vernietiging van een tussen de ABN Amro en een mkb-ondernemer gesloten renteswapcontract. Op last van de AFM moeten nu ook diverse banken een groot aantal van dergelijke derivatendossiers opnieuw beoordelen, waarbij door hen dan getoetst dient te worden of – achteraf bezien – de overeengekomen renteswaps al dan niet in het belang van hun klanten zijn geweest. De ABN is inmiddels overgegaan tot compensatie in zaken waarin volgens de bank inderdaad sprake was van tekortschietende voorlichting.

Fiscaal is de behandeling van de swaprente en het swapcontract in de IB ook al aan de rechter voorgelegd. De belastingplichtige in de zaak die diende bij Rechtbank Noord-Holland had voor de financiering van de eigenwoning hypotheken met variabele rente afgesloten en daarnaast ter afdekking van het risico een renteswap. Zowel de door hem betaalde hypotheek- als (extra) swaprente bracht hij in box 1 in aftrek, hetgeen de inspecteur corrigeerde door enkel de eerste toe te staan en derhalve de (extra) swaprente weigerde. De Rechtbank oordeelde dat dit ten onrechte was, omdat de lenigen dermate onderling samenhingen dat deze één geheel vormden. Zij keurde echter niet goed dat daarnaast niet ook nog de geclaimde negatieve waarde van de renteswap in box 3 in aanmerking werd genomen, aangezien dat dubbelop zou zijn.

In de procedure waarin dezelfde Rechtbank nog geen twee weken eerder uitspraak had gedaan, was het resultaat precies omgekeerd. In dat geval mocht het renteswapcontract niet (afzonderlijk) als resultaat uit overige werkzaamheden worden afgetrokken, vanwege het oordeel dat deze samen met de ‘gewone’ box 3-lening één geheel vormde. Ook in die zaak was dus doorslaggevend de volgens de Rechtbank fiscale samenhang tussen de lenings- en de swapovereenkomst, terwijl dat feitelijk eigenlijk niet zo is, omdat een swapcontract in principe los verhandelbaar is. Als gevolg daarvan diende de negatieve waarde van de renteswap dan ook in plaats van conform de aangifte in box 1, tot de rendementsgrondslag voor sparen en beleggen te worden gerekend.

Gelet op diverse aspecten die kennelijk voor een juiste kwalificatie relevant zijn, is een zorgvuldige en totale beschouwing van de feiten en omstandigheden geboden.

U kunt de advocaat-belastingkundigen en belastingadviseurs van Vink & Partners Legal and Tax uiteraard bereiken voor meer informatie en advies omtrent dit onderwerp.