Nieuwsdetail Vink & Partners
Enige wijzigingen in de fiscale en juridische wetgeving m.i.v. 2020
1. Werken gaat in 2020 meer 'lonen', maar niet iedereen gaat erop vooruit (box 1)
Werken wordt in 2020 fiscaal interessanter, omdat men netto meer overhoudt van het salaris. Dat is een gevolg van de invoer van het 2-schijvenstelsel. Dat stelsel wordt namelijk met ingang van het jaar 2020 al versneld ingevoerd. Het was eigenlijk de bedoeling om dat met ingang van 2021 in te voeren. Er zijn dus met ingang van 2020 twee tarieven; een basistarief van 37,35% voor inkomens tot € 68.507,- en een toptarief van 49,5% voor de inkomens daarboven. Het toptarief was 51,75%. Ook worden de arbeidskorting en de algemene heffingskorting verhoogd. Je kunt dus stellen dat werken fiscaal meer gaat ‘lonen’. Dat betekent echter niet dat iedereen die werkt erop vooruit gaat. De arbeidskorting en de algemene heffingskorting zijn namelijk enkel van toepassing tot bepaalde inkomens. Daarnaast wordt het tarief waartegen bepaalde kosten kunnen worden afgetrokken in de komende periode voor de hogere inkomens afgebouwd. Terwijl het toptarief voor de hogere inkomens in 2020 49,5% bedraagt, is aftrek slechts mogelijk tegen een tarief van 46%. Dat scheelt dus al 3,5%. Zo wordt de hypotheekrenteaftrek voor huiseigenaren met een inkomen van meer dan € 68.507,- in 2020 verder afgebouwd naar maximaal 46%, terwijl dat in 2019 nog 49% was.
2. Verhoging aanmerkelijkbelang-tarief (box 2)
Het ab-tarief in box 2 bedroeg 25% in 2019, maar gaat in 2020 omhoog naar 26,25%.
3. Wijziging van het vennootschapsbelasting-tarief.
Er was voorgesteld om het VPB-tarief met ingang van 2020 te verlagen voor zowel de eerste schijf (belastbare winsten tot € 200.000) als voor de tweede schijf (belastbare winsten daarboven). Dat gaat niet door, althans niet voor de tweede schijf. Deze gaat namelijk pas ingevoerd worden in 2021, derhalve één jaar later, maar minder snel dan eerder aangekondigd. Met ingang van 2020 bedraagt het tarief in de eerste schijf 16,5% (was 19%) en het tarief in de tweede schijf blijft dus gelijk, te weten 25%. Vanaf 1 januari 2021 zou het dan 15% voor de eerste schijf worden en 21,7% voor de tweede schijf.
4. Wijziging in overdrachtsbelastingtarief
Het tarief voor de verkrijging van niet-woningen, zoals bedrijfspanden, wordt met ingang van 2021 verhoogd naar 7%. Dat was 6%. Dat gebeurt onder andere om de wetsvoorstellen uit het klimaatakkoord te kunnen financieren. Voor woningen blijft het tarief 2%.
5. Wijziging partneralimentatie
Met ingang van1 januari 2020 wijzigt de partneralimentatieregeling. De meestverdienende partner behoeft vanaf 2020 in beginsel maximaal nog maar 5 jaar partneralimentatie te betalen, terwijl dat voorheen 12 jaar was. Er gelden onder meer uitzonderingen voor 50-plussers met een lang huwelijk en voor ouders met kinderen onder de 12 jaar. De regeling geldt niet voor verzoeken tot echtscheiding, die vóór 31 december 2019 zijn ingediend. Dergelijke gevallen vallen nog onder de oude regeling. Dat verklaart waarom personen voor wie de nieuwe regeling ongunstig was halsoverkop alsnog voor 31 december 2019 een verzoek tot echtscheiding bij de rechtbank hebben ingediend.
6. Wijziging in arbeidswetgeving
Ook worden op grond van de Wet Arbeidsmarkt in Balans vaste contracten minder vast en flexcontracten minder flex. Werkenden hebben vanaf dag 1 recht op een transitievergoeding. Dat was niet zo. Ook krijgen werknemers met een nulurencontract na 12 maanden recht op vaste uren. Daarnaast mag een werkgever weer 3 tijdelijke contracten in 3 jaar aanbieden. Ontslag wordt ook makkelijker, doordat werkgevers meerdere ontslagronden mogen combineren. Ook is de gunstige regeling voor 50-plussers komen te vervallen, op basis waarvan zij bij ontslag een hogere transitievergoeding.
Voor nadere informatie over de wetswijzigingen per 2020, kunt u contact opnemen met mr. N.B.M. Vink of mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners Legal and Tax.