Nieuwsdetail Vink & Partners
Geen preferentieel douanetarief voor Israëlische vrachtwagens die terugkeren naar EU
De EU heeft met veel niet-EU-landen handelsovereenkomsten gesloten. Daarin is afgesproken dat een nulrecht of een verlaagd recht (lees: ‘preferentieel douanetarief’) bij invoer wordt geheven op aangewezen goederen die van oorsprong uit die landen zijn. Eén van de voornoemde niet-EU-landen waarmee de EU een handelsovereenkomst heeft gesloten, is Israël.
Op 13 maart 2015 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen inzake de vraag of voor alle soorten goederen die tussen een lidstaat van de EU en Israël worden verhandeld een preferentieel douanetarief geldt. De casus is kort samengevat als volgt.
Een Nederlandse vennootschap voert gebruikte vrachtwagens in uit Israël. Bij de invoeraangiften verzoekt de Nederlandse vennootschap om toepassing van een preferentieel tarief van douanerechten op grond van de handelsovereenkomst EG-Israël. De inspecteur vordert naar aanleiding van een controle douanerechten na. Volgens de inspecteur is het preferentiële tarief niet van toepassing, omdat de gebruikte vrachtwagens oorspronkelijk in de EU waren geproduceerd.
Het Hof Amsterdam oordeelt dat de handelsovereenkomst EG-Israël alleen van toepassing is op producten van oorsprong uit de EU die in Israël worden ingevoerd en op producten van oorsprong uit Israël die in de EU worden ingevoerd.
In cassatie stelt de Nederlandse vennootschap dat tussen de EU en Israël een vrijhandelszone tot stand is gebracht en dat dit betekent dat tussen de EU en Israël geen douanerechten worden geheven voor zover sprake is van een onderling verkeer van goederen die hun oorsprong uit één van beide landen hebben. De Hoge Raad oordeelt dat het verbod op in- en uitvoerrechten in het handelsverkeer tussen de EU en Israël niet alle soorten goederen betreft die tussen een lidstaat van de EU en Israël worden verhandeld. Volgens de Hoge Raad blijkt uit de handelsovereenkomst EG-Israël dat EU-lidstaten geen invoerrechten mogen heffen op aangewezen producten van oorsprong uit Israël, en Israël geen invoerrechten mag heffen op aangewezen producten van oorsprong uit de EU. In de handelsovereenkomst EG-Israël wordt volgens de Hoge Raad niet geregeld hoe de EU producten met oorsprong uit de EU moet behandelen. Volgens de Hoge Raad zijn daarom bij terugkeer van de vrachtwagens in het vrije verkeer van de EU douanerechten verschuldigd naar het gewone (conventionele) tarief, zeker nu de Overeenkomst er niet in voorziet dat voor dergelijke goederen een tariefpreferentie zou gelden.
Op grond van het bovenstaande arrest adviseren wij Nederlandse ondernemers die goederen importeren uit Israël goed te checken of deze goederen van Israëlische oorsprong zijn alvorens wordt verzocht om toepassing van een preferentieel tarief van douanerechten op grond van de handelsovereenkomst EG-Israël.
Lees hier het volledige arrest: Hoge Raad 13 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:551