Het concurrentiebeding en het verbod om van andermans wanprestatie te profiteren

(Onrechtmatig handelen door gebruik te maken van vertrouwelijke bedrijfsgegevens van concurrent, terwijl die vertrouwelijke bedrijfsgegevens via een werknemer van die concurrent zijn verkregen?)

Op 9 juni 2015 heeft het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een arrest gewezen waarin een schadevordering van ruim Euro 49.000,= is toegewezen.

Bedrijf A, werkzaam in de houtverwerkingsindustrie had medewerker 1 in dienst, zulks met ingang van 24 februari 1999. In artikel 6 van de arbeidsovereenkomst stond een concurrentiebeding/relatiebeding opgenomen. Op 11 februari 2005 hebben medewerker 1 en Y een vof met de naam “Handelsbemiddeling hout” opgericht en ingeschreven in het handelsregister. Als een van de handelsactiviteiten is ingeschreven: ‘Handelsbemiddeling in hout’. In het handelsregister is geregistreerd dat medewerker 1 met ingang van 1 januari 2009 uit “Handelsbemiddeling hout” is getreden en dat Y de onderneming sindsdien drijft als eenmanszaak.

Bedrijf A heeft samen met haar systeembeheerder op 16 april 2009 via de computer op haar bedrijf e-mails van Y aan medewerker 1 van diezelfde dag ontdekt. Bedrijf A heeft uit die e-mails afgeleid dat Handelsbemiddeling hout zaken deed met een vaste leverancier en met vaste klanten van Bedrijf A, en dat medewerker 1 en Y daarbij betrokken waren. Bedrijf A heeft toen tevens via de computer achterhaald dat “Handelsbemiddeling hout” zich in een brochure presenteert als leverancier van Europees hardhout, en dat die brochure door medewerker 1 is opgesteld. Tevens heeft Bedrijf A achterhaald dat medewerker 1 allerlei visitekaartjes heeft ontworpen, waarbij hij zich presenteert als nauw verbonden met “Handelsbemiddeling hout”.

In een afzonderlijke procedure heeft Bedrijf A diverse vorderingen op basis van schending van het relatiebeding met werknemer ingesteld. In deze procedure staat de vraag centraal of Y onrechtmatig jegens Bedrijf A heeft gehandeld door te profiteren van wanprestatie van medewerker 1. Bij tussenarrest is geoordeeld dat sprake is van profiteren van wanprestatie. De deskundige moest vervolgens vaststellen of er daadwerkelijk contacten zijn geweest met klanten van de concurrent en wat de geschatte schade is. Een gelast deskundigenonderzoek in de boekhouding van gedaagde om vast te stellen of Y in de betreffende periode zaken heeft gedaan met vaste relaties van Bedrijf A, bevestigt die verdenkingen. Er wordt thans een schadevergoeding van ruim € 49.000,= toegewezen.

Deze uitspraak steekt ondernemers een hart onder de riem die te maken hebben met concurrentie vanuit de eigen gelederen. Bovendien benadrukt deze uitspraak ook dat een concurrentiebeding c.q. relatiebeding de werkgever daadwerkelijk tegen dergelijk onrechtmatig handelen kan beschermen.

Let wel op, met ingang van de WWZ per 1 juli 2015 zijn de eisen voor een “wwz-proof”-concurrentiebeding veel strenger geworden, vooral bij contracten voor bepaalde tijd. Het uitgangspunt is dat een concurrentiebeding (overeengekomen op of na 1 januari 2015) in een contract voor bepaalde tijd niet meer is toegestaan. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt indien uit de schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De motivering dient schriftelijk, in het beding, in de arbeidsovereenkomst te worden opgenomen. Indien het concurrentiebeding niet wordt opgenomen in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en/of de schriftelijke motivering ontbreekt, dan is het concurrentiebeding nietig. 

Indien u zich tegen bovenstaande praktijken “wwz-proof” wenst te beschermen, adviseren wij u uiteraard graag!