Nieuwsdetail Vink & Partners
Parlementair advocaat doet onderzoek naar box 3-heffing naar aanleiding van arrest Hoge Raad
De Belastingdienst heeft onlangs het massaal bezwaar dat was ingediend tegen de aanslagen voor de jaren 2013 en 2014 met een collectieve uitspraak afgewezen. Men heeft dat gedaan, ondanks het feit dat de Hoge Raad daarvoor geoordeeld had dat een verondersteld rendement van 4% in box 3 gedurende een lange reeks van jaren niet meer haalbaar was zonder daar (veel) risico voor te nemen. Volgens de Hoge Raad is de heffing dan ook (op stelselniveau) in strijd met het eigendomsrecht als het rendement lager is dan 1,2%. Desondank kwam de Hoge Raad tot de conclusie dat zij er niets aan kon doen, omdat rechtsherstel een taak voor de wetgever betrof (vgl. ons nieuwsbericht van 26 juni 2019).
Met ingang van 2017 is er echter een nieuw stelsel ingevoerd. Dat betekent derhalve dat het arrest van de Hoge Raad enkel van toepassing is op de jaren tot en met 2016 en dus niet ook op de jaren vanaf 2017. De zaak vanaf 2017 ligt derhalve nog open.
Op grond van een door de Tweede Kamer op 4 juli 2019 aangenomen motie moet nu een parlementair advocaat gaan onderzoeken wat de gevolgen voor de wetgever zijn van het arrest over de box 3-heffing. Zo moet deze onderzoeken of een individuele uitspraak op bezwaar een adequate afsluiting van de massaal bezwaarprocedure vormt en of belastingplichtigen direct naar het EHRM in Straatsburg kunnen stappen.
Mocht u vragen hebben over het bovenstaande, neem dan contact op met mr. N.B.M. Vink en mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners.