Soms is er belang bij een hogere WOZ-waarde, maar meestal bij een lagere WOZ-waarde

Recent verschenen er twee uitspraken op dit gebied, te weten één van Rechtbank Oost-Brabant van 6 februari 2017 en één van Rechtbank Rotterdam van 14 februari 2017.

In het eerste geval is bepaald dat - ook al is de woning op de veiling voor een lagere (lees: executie)waarde gekocht - voor de WOZ toch door de gemeente mag worden uitgegaan van een hogere dan de executiewaarde. Dat mag, wanneer er aannemelijk is gemaakt dat de verkoopcijfers van de referentiewoningen uitwijzen dat dat ook de waarde is.

In het tweede geval was de WOZ-waarde lager gesteld dan de waarde die de eigenaresse wenste. Zij was bezig met de verkoop van haar woning en wilde in dat verband aan potentiële kopers, die zouden afgaan op de WOZ-waarde, een hogere waarde laten zien. In dit geval is het niet onbelangrijk dat met ingang van oktober 2015 WOZ-waardes online ingezien kunnen worden.

De eerste vraag die in dit geval speelde, was of iemand wel bezwaar kan maken tegen een aanslag enkel omdat hij een hogere aanslag wil. Dat kon volgens de Rechtbank, omdat met ingang van oktober 2016 de Wet WOZ mogelijk maakt ook bezwaar te maken in het geval dat naar het oordeel van een belanghebbende een te lage WOZ waarde is vastgesteld. De Rechtbank verklaarde de eigenaresse dan ook ontvankelijk in haar bezwaar. Desondanks werd de aanslag uiteindelijk niet op het door de eigenaresse gewenste hogere bedrag vastgesteld, omdat de eigenaresse volgens de Rechtbank niet overtuigend had aangetoond dat de waarde inderdaad hoger was dan de door de gemeente vastgestelde waarde.

Voor vragen met betrekking tot dit onderwerp kunt u uiteraard contact opnemen met een van de (advocaat-)belastingkundigen van Vink & Partners Legal and Tax.

Door: Klaus Vink