Nieuwsdetail Vink & Partners
VAR-verklaring (deel 2)
In ons nieuwsbericht van 23 februari 2015 informeerden wij u over het bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel waarmee de VAR-verklaring zou worden vervangen door de Beschikking Geen Loonheffing (BGL). Het doel van dit voorstel was om de inzet van "schijnzelfstandigen" (bijvoorbeeld zelfstandigen die in feite geen zelfstandige zijn, maar werknemers) tegen te gaan. Bij het schrijven van dat nieuwsbericht was het wetsvoorstel nog tot nader order uitgesteld.
Op 20 april 2015 heeft de staatssecretaris van Financiën een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij schrijft dat naar aanleiding van de vele kanttekeningen die bij de voorgestelde BGL waren geplaatst door onder meer de Tweede Kamer, VNO-NCW, MKB Nederland, de zzp-organisaties en de vakbonden een alternatief is bedacht dat beter voorziet in de balans tussen de verantwoordelijkheden van opdrachtgever en opdrachtnemer bij de beoordeling van hun arbeidsrelatie.
Dit alternatief houdt in dat belangenorganisaties van opdrachtgevers of opdrachtnemers, en ook individuele opdrachtgevers en opdrachtnemers, (te sluiten) overeenkomsten van opdracht voorleggen aan de Belastingdienst, zodat die een oordeel kan geven over de overeenkomst.
Hierbij oordeelt de Belastingdienst of sprake is van de plicht tot het afdragen of voldoen van loonheffingen. Indien geen sprake is van deze verplichting, geeft de Belastingdienst aan voor welke termijn de vrijwaring ter zake deze verplichting geldt. Voorwaarde voor een dergelijke vrijwaring is dat partijen volgens de overeenkomst werken. Indien bij controle door de Belastingdienst op grond van de aangetroffen feiten en omstandigheden blijkt dat daarvan geen sprake is, geldt geen vrijwaring voor de loonheffingen. De Belastingdienst zal een correctieverplichting of een naheffingsaanslag voor de loonheffingen aan de opdrachtgever opleggen op het moment dat de arbeidsverhouding (alsnog) als een dienstbetrekking of een fictieve dienstbetrekking wordt gekwalificeerd. Of de Belastingdienst daarbij een boete kan opleggen, is afhankelijk van de omstandigheden. Daarnaast blijft het met betrekking tot de belasting en premie volksverzekeringen voor de fiscus mogelijk om te handhaven bij de opdrachtnemer, doordat zijn inkomen bij de aanslag inkomstenbelasting als loon wordt gekwalificeerd.
Het alternatief wordt nu voor advies aan de Raad van State voorgelegd. Daarnaast zal het wetsvoorstel BGL worden aangepast indien daarvoor voldoende draagvlak is binnen de Tweede Kamer. Vanzelfsprekend moet het herziene wetsvoorstel vervolgens nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Vooralsnog dient derhalve nog steeds gebruik te worden gemaakt van de VAR. Vanzelfsprekend houden wij de ontwikkelingen op dit punt nauwlettend in de gaten. Voor de meest actuele stand van zaken kunt u dan ook altijd contact met ons opnemen.
Lees hier de volledige brief van de staatssecretaris.