BTW-verrekening en werkkostenregeling

Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, stelt een werkgever de werknemer veelal in de gelegenheid om op zijn kosten een advocaat te raadplegen. In zijn uitspraak van 2 december 2013 heeft het Hof van Discipline geoordeeld dat met de afspraak dat een werkgever (een deel van) de advocaatkosten die zijn werknemer in verband met een arbeidsconflict heeft gemaakt, zal vergoeden, op zichzelf niets mis is en dat een dergelijke regeling, vastgelegd in een overeenkomst tussen werkgever en werknemer, regelmatig voorkomt. Het gaat er echter om hoe aan een dergelijke afspraak uitvoering wordt gegeven. Als de advocaat van de werknemer aan zijn cliënt een (op diens naam gestelde) declaratie zendt en de werkgever vervolgens het afgesproken bedrag daarvan aan de werknemer vergoedt, is er niets aan de hand.

Dit is echter anders indien de declaratie voor de aan de werknemer, in opdracht van die werknemer, verleende diensten op naam gesteld van en geadresseerd is aan de werkgever en de werkgever vervolgens de op de declaratie in rekening gebrachte BTW verrekent (alsof de declaratie werkzaamheden betrof die de advocaat in opdracht van werkgever had verricht).

Met ingang van 1 januari 2015 is de Werkkostenregeling voor alle werkgevers verplicht. Op grond van deze werkkostenregeling mag een werkgever 1,2 % van de totale loonsom vrij vergoeden c.q. verstrekken aan de werknemer. Over het meerdere is de werkgever 80% loonbelasting verschuldigd. Vergoedingen voor advocaatkosten vallen niet onder gerichte vrijstellingen en moeten dus uit het algemeen forfait van 1,2 % van de totale loonsom worden betaald.

Als werkgever is het belangrijk hiermee rekening te houden indien u een beëindigingsovereenkomst met uw werknemer sluit. Immers, wanneer door het vergoeden van de advocaatkosten het algemeen forfait wordt overschreden, dan bent u als werkgever 80% loonbelasting verschuldigd over het meerdere. Hiermee dient u als werkgever rekening te houden.