Verlengde navorderingstermijn geldt niet voor verzwegen omzet uit Nederlandse onderneming die op een Zwitserse rekening is gezet

X heeft geld gestort op een Zwitserse bankrekening, welke bankrekening hij niet heeft aangegeven. Het geld was afkomstig van omzet gemaakt met een Nederlandse onderneming. X keert eind 2014 in. De inspecteur legt X navorderingsaanslagen IB/PVV op voor de jaren 2002 tot en met 2006, waarbij hij ook de verzwegen inkomsten gemaakt met de Nederlandse onderneming als Box 1-inkomsten meeneemt. Er is een geschil of de inspecteur ter zake van deze inkomsten ook mag navorderen, ofwel meer in het bijzonder of in dit geval de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar geldt, dan wel de normale navorderingstermijn van 5 jaar. In het laatste geval was navordering terzake van deze inkomsten niet meer mogelijk. De Rechtbank Gelderland, aan wie deze zaak werd voorgelegd, oordeelde op 23 november 2017 dat in dit geval niet de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar geldt, omdat het hier verzwegen inkomsten uit een Nederlandse onderneming betreffen die vervolgens op een Zwitserse bankrekening zijn gestort. Dat houdt volgens de rechtbank in dat de inkomensbestanddelen (eerst) in Nederland zijn opgekomen. Volgens de Rechtbank heeft de wetgever bij de invoering van artikel 16 lid 4 AWR niet bedoeld om ook op deze inkomsten de verlengde navorderingstemrijn van 12 jaar van toepassing te verklaren. De inspecteur mocht derhalve ter zake van deze inkomsten geen Box 1-navorderingsaanslag opleggen. Uiteraard mocht hij dat wel ter zake van de niet aangegeven inkomsten op de Zwitserse bankrekening. 

Tot nadere informatie zijn mr. N.B.M. Vink en mr. S. Vink, advocaat-belastingkundigen, verbonden aan Vink & Partners, gaarne bereid.

Door: Klaus Vink