Verlengde navorderingstermijn voor inkomsten uit onderneming gestort op buitenlandse bankrekening?

In het onderhavige geval zijn door belanghebbende verzwegen inkomsten uit een Nederlandse onderneming op buitenlandse bankrekeningen gestort. Deze buitenlandse bankrekeningen zijn niet door hem aangegeven.

Voor binnenlandse verhoudingen geldt een navorderingstermijn van 5 jaar, maar voor buitenlandse verhoudingen geldt een navorderingstermijn van 12 jaar. De vraag is nu of de navorderingstermijn van 12 jaar – de zogeheten verlengde navorderingstermijn – ook geldt voor verzwegen inkomsten uit een Nederlandse onderneming, die daarna op verzwegen buitenlandse bankrekeningen zijn gestort.

Volgens de Advocaat-Generaal is dat niet het geval, omdat de ratio en de wetsgeschiedenis, alsmede de jurisprudentie zich er tegen verzet om de verlengde navorderingstermijn toe te passen op binnenlandse inkomstenbestanddelen die binnen het controlebereik van de Nederlandse fiscus vallen, althans vielen, maar waarvan de opbrengsten op enig moment naar het buitenland zijn overgebracht.

Volgens de Advocaat-Generaal heeft de Belastingdienst jarenlang de gelegenheid gehad om de onderneming van belanghebbende op verzwegen inkomsten door te lichten en wanneer dat ook gebeurd was, zou mogelijk aan het licht gekomen zijn dat belanghebbende jarenlang contant genoten winsten niet had aangegeven. De Advocaat-Generaal overweegt verder dat hof de bewijslast in deze zaak juist heeft verdeeld. Zijn advies is om het cassatieberoep van de Staatssecretaris ongegrond te verklaren.

Voor nadere informatie kunt u terecht bij ondergetekende dan wel mr. S. Vink, eveneens advocaat-belastingkundige.

Door: Klaus Vink