Wet Werken na de AOW-gerechtigde leeftijd

Op 20 oktober jl. heeft de Eerste Kamer de Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd aangenomen. Deze wet moet het op basis van een arbeidsovereenkomst (door)werken na de AOW-gerechtigde leeftijd vergemakkelijken. Uit de toelichting volgt dat de regering meent dat het faciliteren van het werken na de AOW-gerechtigde leeftijd niet alleen van belang is voor de samenleving als geheel, die hierdoor langer gebruik kan maken van de ervaring en kennis van de generaties die nu aan het werk zijn, maar ook voor werknemers zelf die om uiteenlopende redenen behoefte kunnen hebben om te werken na de AOW-gerechtigde leeftijd. Bijvoorbeeld om invulling te geven aan hun dagelijks bestaan, maar mogelijk ook om te voorzien in een aanvullend inkomen op een pensioen.

Een aantal wijzigingen voortvloeiende uit deze wet:

Loondoorbetaling bij ziekte, re-integratie en opzegverbod

De werkgever dient – kort gezegd – gedurende maximaal 104 weken 70% van het loon door te betalen indien de werknemer de bedongen arbeid niet kan verrichten vanwege ziekte. Deze verplichting geldt ongeacht de leeftijd van de werknemer, dus ook bij werknemers die ouder zijn dan de AOW-gerechtigde leeftijd. Deze loondoorbetalingsverplichting was voor werkgevers vaak de grootste belemmering om AOW-gerechtigden in dienst te nemen. Met de onderhavige wijziging wordt de loondoorbetalingsplicht bij ziekte van AOW-gerechtigde werknemers beperkt tot 6 weken. Indien de werknemer reeds voor het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd ziek was, geldt vanaf die datum de termijn van 6 weken voor zover het totale tijdvak niet meer bedraagt dan 104 weken. Hierbij is van belang dat het overgangsrecht bepaalt dat tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip in plaats van een tijdvak van 6 weken (vooralsnog) een tijdvak van 13 weken geldt. Concreet betekent dit dat vooralsnog voormeld tijdvak van 13 weken geldt, nu eerst gedurende een periode van 2 jaar de effecten van de onderhavige wet zullen worden bezien, waarna wordt bepaald of het tijdvak wordt teruggebracht naar 6 weken.

Daarnaast worden de re-integratieverplichtingen voor zowel werkgever als werknemer beperkt en wordt het opzegverbod bij ziekte voor AOW-gerechtigde werknemers eveneens beperkt tot zes weken (eveneens conform overgangsrecht vooralsnog 13 weken). 

Opzegtermijn

De opzegtermijn van een arbeidsovereenkomst van een AOW-gerechtigde wordt beperkt tot één maand, ongeacht de duur van het dienstverband.

Ketenregeling

De ketenregeling voor AOW-gerechtigde werknemers wordt verruimd. Sinds 1 juli 2015 houdt de ketenregeling in dat een tijdelijke arbeidsovereenkomst twee keer kan worden verlengd, waarbij de totale duur van de keten maximaal 24 maanden is en de tussenpozen niet meer dan 6 maanden mogen zijn. Bij werknemers die de AOW-gerechtigde leeftijd hebben, mag in plaats van 24 maanden de totale duur van de keten 48 maanden bedragen, waarbij 6 tijdelijke arbeidsovereenkomsten mogen worden aangegaan voordat er sprake is van een contract voor onbepaalde tijd. Voor het bepalen van de keten tellen alleen arbeidsovereenkomsten aangegaan na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd mee.

Tot slot

De Wet werken na de AOW-gerechtigde leeftijd treedt waarschijnlijk in werking per 1 januari 2016. Mocht u vragen hebben over wat een en ander concreet voor uw specifieke situatie inhoudt, kunt u vanzelfsprekend contact opnemen met een van onze advocaten.